Eekhoorn

Iedereen weet wel hoe een eekhoorn eruit ziet. Ze behoren bij de weinige zoogdiersoorten die je gemakkelijk overdag kan waarnemen en zitten vaak bij mensen in de tuin. Daarom krijgen we er ook regelmatig vragen over binnen, waarop we hier een antwoord proberen te geven.

Eikels? Geef mij maar hazelnoten!
Hoe kan je vraatsporen van eekhoorns herkennen?
Is mijn tuin groot genoeg?
Wanneer en hoe plant een eekhoorn zich voort?
Hoe ver gaan jonge eekhoorns op zoek naar een eigen woongebied?
Doen eekhoorns een winterslaap?
Hoe lang leeft een eekhoorn?
Kan ik nestkastjes ophangen om eekhoorns te helpen?
Hoeveel eekhoorns zitten er in Vlaanderen?
Hoe kan ik eekhoorns in mijn tuin krijgen en houden?
Maakt een eekhoorn geluid?
Wat doe ik met een zieke, gewonde of jonge eekhoorn?
Hier zit een andere eekhoornsoort, want hij heeft een zwarte pels!
Waar kan ik eekhoorns gemakkelijk observeren?

Eikels? Geef mij maar hazelnoten!

In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, eten eekhoorns niet zo graag eikels. Deze bevatten namelijk looizuren (tannines), die eekhoorns niet goed kunnen verteren. Vooral bij soorten als Amerikaanse eik zijn dit hoge concentraties, en eten eekhoorns helemaal niet van de eikels. Ook in zomer- en wintereik zitten looizuren, maar minder, zodat eekhoorns bij gebrek aan beter hier toch van eten. Dan zie je soms dat ze enkel de top – die minder looizuren bevat – eruit eten. De naam 'eekhoorn' of in het Duits 'Eichhörnchen' is dus niet echt goed gekozen. Beter is dan de Latijnse naam 'Sciurus'. Deze komt van het oud-Griekse 'skia' (= schaduw) en 'oura' (= staart), dus een beestje dat in de schaduw van zijn staart zit...

Wat eten eekhoorns dan wel? In de herfst doen ze zich tegoed aan allerlei zaden van bomen, zoals beuk, hazelaar, tamme kastanje, walnoot, Corsicaanse en grove den, fijnspar, ... Aan bomen met kleine zaadjes, zoals berk, zwarte els en Canadapopulier, hebben eekhoorns dus niet veel. Je zal bv. zelden een eekhoorn zien in een populierenbos (tenzij misschien eentje dat tijdelijk komt foerageren in de hazelaars die in de ondergroei staan). Dennen- en sparappels hebben ook vrij kleine zaadjes, waardoor een eekhoorn er een 100-tal per dag moet eten om genoeg te hebben. Daarom zijn eekhoorns in naaldbossen tijdens de dag ook meer continu actief. In loofbossen hebben ze sneller voldoende eten bijeen: een paar grote hazelnoten en hun buikje zit vol... Hier gaan ze 's middags even rusten in hun nest om hun eten te laten verteren vooraleer ze verder gaan zoeken.

Eekhoorns leggen in de herfst een wintervoorraad aan, waarbij ze de zaden met 1 of 2 in een ondiep putje in de grond stoppen. Een deel van deze zaden vinden ze achteraf niet meer terug, en zo zorgen ze mee voor de verspreiding van een aantal boomsoorten. De zaden die ze wel terugvinden – waarschijnlijk op basis van de geur – kunnen ook door andere eekhoorns in de grond gestopt zijn. In de lente vind je zo regelmatig een putje in het bos met ernaast 2 helften van een hazelnoot: hier heeft de eekhoorn een wintervoorraad opgegraven en verorberd.

In de lente, wanneer de voedselvoorraden op zijn, schakelen eekhoorns over op allerlei andere voedselitems. Ze eten dan knoppen, scheuten, bloemen, insecten, insectengallen, rupsen, eieren, jonge vogeltjes, paddestoelen, (korst)mossen enzomeer. Later op het jaar komen daar ook nog allerlei bessen bij. Vanaf juli neemt het aandeel zaden in hun dieet weer toe.

Eekhoorns moeten af en toe ook water drinken, want het vocht dat ze uit hun voedsel halen is niet voldoende.

Hoe kan je vraatsporen van eekhoorns herkennen?

Bij eekhoorns zitten de onderkaakshelften niet vast aan elkaar, maar zijn deze verbonden door een ligament. Hierdoor kunnen ze hun onderkaken afzonderlijk bewegen en gebruiken als een soort hefboom om noten open te wrikken. Een eekhoorn bijt een hazelnoot meestal in 1 keer in de lengterichting middendoor of bijt er in 1 keer een groot stuk uit. In tegenstelling tot bij bosmuis en rosse woelmuis zie je dan ook geen tandafdrukken dwars op de breukrand. Enkel aan de top van de hazelnoot is er soms een grote tandafdruk te zien. Vogels als de boomklever of de grote bonte specht pikken de noot ook in 1 keer open, maar dit gebeurt gewoonlijk in de dwarsrichting.

Aan dennen- en sparappels heeft een eekhoorn meer werk. Hij begint de schubben aan de basis af te bijten om de zaadjes eronder uit te halen en werkt zich zo een weg naar de top toe. Onder de boom waar hij zitten eten heeft, vind je dan de kernen en schubben van de dennen- en sparappels terug. Aan deze kernen hangen soms nog wat franjes, resten van de schubben. Een muis zal de kernen veel fijner afknagen, en daarbij komt nog dat ze haar voedsel op een beschutte plaats gaat opeten, waardoor je de resten meestal niet terugvindt. Soms spreekt men ook van links- en rechtshandige eekhoorns, omdat het knaagpatroon op de kernen van de dennenappels langs links of rechts naar de top draait. Niemand heeft echter al onderzocht of eenzelfde eekhoorn zijn dennenappels altijd op dezelfde manier vasthoudt.

Vraatsporen aan andere zaden, zoals kastanjes of eikels, zijn meestal moeilijk te onderscheiden. Meer info over vraatsporen van eekhoorns en andere dieren vind je op deze pagina.

Is mijn tuin groot genoeg?

Eens een eekhoorn zich vestigt, blijft hij meestal zijn ganse leven in hetzelfde woongebied. De grootte van dit woongebied hangt af van het voedselaanbod. In naaldbossen is het voedsel eerder gelijkmatig verdeeld en zitten er niet zo'n sterke schommelingen in. Er is hier dus elk jaar overal vrij veel voedsel aanwezig. Eekhoorns komen daarom in naaldbossen toe met een woongebied van 2 à 4 ha. Ze komen er in hogere dichtheden (1 of zelfs meer eekhoorns per ha) voor dan in loofbossen.

In loofbossen is het voedsel veel meer verspreid terug te vinden (hier staat een hazelaar, een stuk verder een tamme kastanje, nog wat verder een beuk, ...). Er zitten ook sterke schommelingen in het voedselaanbod (bv. bij beuk maar om de 2-3 jaar veel beukennootjes). Eekhoorns hebben hier dus veel grotere woongebieden nodig, tot 10 ha en meer. Ook de eekhoorndichtheden kunnen in loofbossen heel sterk schommelen tussen de jaren, afhankelijk van het voedselaanbod. Een puur beukenbos is daarom niet echt geschikt voor eekhoorns, omdat er jaren zullen zijn dat er zo goed als geen eten aanwezig is.

De grootte van het woongebied varieert niet enkel tussen verschillende bostypes, maar ook tussen de seizoenen. In de herfst is er meer voedsel en zijn de woongebieden kleiner. Tot slot speelt ook het geslacht van de eekhoorn een rol bij de grootte van het woongebied. Mannetjes hebben grotere, onderling overlappende woongebieden. Deze overlappen met de woongebieden van verschillende vrouwtjes, om een zo groot mogelijk paarsucces te hebben. De vrouwtjes hebben kleinere woongebieden, vooral als ze met jongen zitten. Dan verdedigen ze een klein gebiedje met voldoende voedsel om hun jongen op te voeden.

De meeste tuinen zijn dus niet groot genoeg om een eekhoorn permanent in te laten overleven. Als een eekhoorn verschillende tuinen samen gebruikt, kan dat wel voldoende zijn. Ook door de eekhoorns bij te voederen, kunnen ze langere tijd op een kleine oppervlakte overleven. Als je een eekhoorn in je tuin hebt, zou het dus kunnen dat hij daar langere tijd blijft omdat je hem eten geeft, maar dat hij in het paarseizoen toch vertrekt, op zoek naar een partner.

Wanneer en hoe plant een eekhoorn zich voort?

Eekhoorns zijn solitaire dieren: ze leven gans het jaar door alleen. Als je meerdere eekhoorns tezamen ziet, gaat het ofwel om een achtervolging om te paren, ofwel om een vrouwtje met jongen, ofwel om enkele eekhoorns die samen zitten te eten op een plaats waar voldoende voedsel aanwezig is.

Eekhoorns hebben 2 voortplantingsperiodes: in januari-februari en mei-juni. Door de warme winters van de laatste jaren waren sommige eekhoorns zelfs al in december in oestrus. In kleine bossen worden meer continu jongen aangetroffen. Mogelijk komt dit doordat eekhoorns hier hun jongen sneller verliezen (bv. door hogere inteelt, predatie) en daarna direct weer in oestrus komen.

Tijdens deze paarperiodes is het vrouwtje telkens 1 dag vruchtbaar. Die dag wordt ze achterna gezeten door 2 à 4 mannetjes. Deze eekhoorns cirkelen achter elkaar de bomen in en uit en hebben dan voor niet veel anders aandacht. De mannetjes volgen verschillende paarstrategieën. Het meest dominante mannetje bewaakt het vrouwtje en mag uiteindelijk met haar paren. Moest dat mannetje het opgeven, dan mag het langst volhoudende mannetje paren. En de derde strategie is er even tussen glippen als het dominante mannetje bv. een ander mannetje aan het wegjagen is. DNA-onderzoek heeft aangetoond dat de jongen van eenzelfde nest niet steeds allemaal dezelfde vader hebben. Wat we niet weten, is of het mannetje dat eerst of laatst paart met het vrouwtje meer kans heeft om vader te zijn van de jongen. Na de paring jaagt het vrouwtje het mannetje weg.

Na een draagtijd van 38-40 dagen worden er 2 à 4 (tot 6) jongen geboren. Deze worden door de moeder opgevoed; de vader heeft er na de paring verder niets meer mee te maken. Na 2 maand gaan de jongen mee op stap met de moeder en na 3 maand verjaagt de moeder hen en moeten ze een eigen woongebied gaan zoeken.

Hoe ver gaan jonge eekhoorns op zoek naar een eigen woongebied?

Dit hangt sterk af van het landschap: hoe meer verbindingen tussen de bossen (kleine bosjes, houtkanten, bomenrijen, ...), hoe gemakkelijker de jongen verder weg kunnen gaan. En hoe meer voedsel in het geboortegebied, hoe groter de kans dat de jongen zich in de buurt gaan vestigen. Dit geldt zeker als er lege woongebieden in de buurt zijn, bv. doordat een volwassen dier gestorven is. De verste dispersie-afstand die gevonden werd bij gezenderde eekhoorns, was iets meer dan 4 km.

Doen eekhoorns een winterslaap?

Boomeekhoorns, waartoe onze inheemse rode eekhoorn behoort, doen geen winterslaap, in tegenstelling tot grondeekhoorns. Ze zijn tijdens de winter wel minder lang actief, vooral in de voormiddag. Vanaf 's middags kruipen ze in hun nest om niet teveel energie te verliezen.

Hoe lang leeft een eekhoorn?

Een eekhoorn wordt gemiddeld maar 2 à 3 jaar oud. De meeste jongen komen zelfs hun eerste winter niet door, wat normaal is voor kleine knaagdieren. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, die 7 of zelfs 10 jaar worden. Predatie is een van de doodsoorzaken. De belangrijkste predators zijn boommarter en havik. Een boommarter is de enige die een eekhoorn echt kan achtervolgen door de bomen. Daarnaast worden eekhoorns ook gepakt door andere marterachtigen en (roof)vogels, zoals wezels en kraaien (die jongen uit het nest kunnen roven), bunzingen (die eekhoorns vooral pakken in het voorjaar als ze op de grond foerageren), steenmarters, hermelijnen, sperwers en buizerds. Ook vossen, grote uilen en wilde en tamme katten vangen eekhoorns. Bij eekhoorns die in tuinen of te kleine bosjes leven, is het verkeer een belangrijke doodsoorzaak. Ze moeten hier vaak de weg oversteken op zoek naar voldoende voedsel. Hier kan het helpen als je een brug door de bomen voorziet en een dichte houtkant aan weerszijden van de weg (waar ze zich in kunnen verstoppen voor de huiskat...).

Kan ik nestkastjes ophangen om eekhoorns te helpen?

Eekhoorns bouwen zelf bolvormige nesten met veel bladeren aan de buitenzijde, ofwel gebruiken ze een boomholte. Meer info en fotootjes van nesten kan je vinden in de handleiding van het Eekhoornproject. Het ophangen van nestkastjes is dus niet noodzakelijk voor eekhoorns, maar ze maken er wel gebruik van en het is soms een handige methode om ze goed te kunnen observeren.

Hoe maak je een eekhoornnestkastje? Een kastje van 20 x 20 x 20 cm is voldoende groot, want de eekhoorn rolt zich er volledig in op. Het deksel maak je best niet volledig vast, zodat je af en toe eens kan controleren wat er in het nestkastje zit. De ronde ingangsopening is 5 cm diameter en zit aan de achterzijde van het nestkastje tegen de stam. Hierdoor zullen er niet zo gemakkelijk vogels in kruipen. Aan de achterzijde bevestig je 2 horizontale latjes van enkele cm dik. Hierdoor is er wat meer ruimte tussen het nestkastje en de boom, zodat de eekhoorn gemakkelijk via de opening naar binnen kan. De hoogte waarop het nestkastje opgehangen wordt, is niet zo belangrijk (4 m is al hoog genoeg). Het moet wel wat beschut hangen. Een nestkastje in een alleenstaande kale boom zal niet vlug bezet worden. Het kan een tijdje duren eer een eekhoorn het nestkastje gaat gebruiken, aangezien eekhoorns ook zelf nesten bouwen. In het nestkastje maakt de eekhoorn dan gewoonlijk een nest van afgestripte bast (ziet ros en is goed herkenbaar) en mogelijk ook mos, varens e.d.

Eekhoorns worden soms ook aangetoffen in mezenkastjes (bv. als een specht de opening groter heeft gemaakt), zelfs al die slechts op borsthoogte tegen een boomstam hangen. Als ze daar jongen in krijgen, zijn ze wel genoodzaakt om te verhuizen naar een groter, zelfgebouwd nest eens de jongen groter worden.

Hoeveel eekhoorns zitten er in Vlaanderen?

Hier kan je moeilijk een getal op plakken. Sinds 5 à 10 jaar doet de eekhoorn het heel goed in Vlaanderen en duikt hij op in de kleinste bosjes en tuinen. Met het Eekhoornproject willen we deze evolutie op een relatieve wijze volgen, zonder er absolute aantallen op te plakken. Wil je echt een aantal weten, dan zou je dit kunnen berekenen door de gemiddelde dichtheden voor de verschillende bostypes te vermenigvuldigen met de oppervlaktes van deze bostypes, waarbij je ook rekening dient te houden met de isolatie van de bossen (hoe meer geïsoleerd, hoe lager de kans dat er eekhoorns in voorkomen).

Hoe kan ik eekhoorns in mijn tuin krijgen en houden?

Eekhoorns zijn beschermde zoogdieren in Vlaanderen, wat betekent dat het verboden is om ze te verkopen, in gevangenschap te houden, ze te verplaatsen enzomeer. Ergens eekhoorns gaan vangen om in je tuin los te laten, is dus verboden. De kans is ook klein dat de losgelaten eekhoorns lang in je tuin gaan blijven of overleven, want anders zouden ze er wel vanzelf gekomen zijn. Als er in je tuin geen eekhoorns zitten, kan dat verschillende oorzaken hebben:

  • de oppervlakte is te klein
  • er is niet genoeg eten
  • de tuin is te sterk geïsoleerd

Als de tuin te klein is of er is te weinig eten, dan heeft het geen zin om er eekhoorns los te laten, want die gaan dan op termijn toch niet overleven. Je zou dat kunnen oplossen door voedselbomen aan te planten, zoals hazelaar, tamme kastanje, notelaar of beuk. Je zou de eekhoorns ook kunnen bijvoederen, maar dan moet je zien dat het voedsel voldoende veelzijdig is en niet allerlei ongezonde dingen geven (zoals koekjes en gekookte aardappelen).

Is je tuin wel groot genoeg en is er wel voldoende eten, maar ligt hij te geïsoleerd, dan is de kans klein dat de eekhoorns er uit zichzelf zullen geraken. Maar ook dan is loslaten uit den boze, want hierdoor creëer je een geïsoleerde populatie met alle problemen vandien (zoals inteelt). De enige oplossing hier is voor meer verbindingen met grotere bosgebieden zorgen, bv. door het aanplanten van houtkanten en bomenrijen (wat natuurlijk niet altijd gemakkelijk te realiseren is), en hopen dat er ooit eekhoorns terechtkomen. Eekhoorns zijn de laatste jaren sterk aan het uitbreiden in Vlaanderen en beginnen echt overal op te duiken, dus de kans bestaat dat ze de volgende jaren toch op natuurlijke wijze in je tuin terechtkomen.

Maakt een eekhoorn geluid?

Eekhoorns maken verschillende geluiden, zoals 'tjuk tjuk' of fijne klaterende geluidjes. Ze doen dat vooral als ze opgeschrikt worden of als ze zich niet op hun gemak voelen. Hierbij zwaaien ze meestal met hun staart heen en weer. Ook tijdens gevechten maken eekhoorns geluid. Vrouwtjes communiceren via geluid met hun jongen.

Wat doe ik met een zieke, gewonde of jonge eekhoorn?

Als je een zieke, gewonde of jonge eekhoorn vindt, breng je hem best naar een dierenopvangcentrum. Vooraleer je de eekhoorn meeneemt, moet je wel zeker zijn dat hij wel degelijk hulp nodig heeft. Jonge eekhoorns vallen soms uit het nest, maar de moeder komt ze dan wel weer ophalen. Naast het feit dat eekhoorns beschermd zijn en je ze dus eigenlijk niet zelf mag houden, is het zelf opvoeden van jonge eekhoorns een tijdsintensieve bezigheid, die je beter overlaat aan een meer ervaren persoon. Wil je deze moeilijke taak toch zelf uitvoeren, dan voed je de jonge eekhoorns best met melk voor jonge katjes (melkpoeder in de supermarkt verkrijgbaar). Van gewone koeienmelk krijgen ze diarree.

Hier zit een andere eekhoornsoort, want hij heeft een zwarte pels!

De pelskleur van onze inheemse 'rode' eekhoorn kan vrij sterk variëren, gaande van rood over grijs, bruin en zandkleurig tot zwart. De pels heeft ook niet steeds volledig dezelfde kleur. Zo kan een eekhoorn bv. een rood lichaam hebben met een volledig zwarte staart. Bij de wintervacht zijn de flanken grijzer. Ook albino eekhoorns (witte pels met rode ogen) komen af en toe voor.

Maar het zou natuurlijk altijd kunnen dat hier – net als in Groot-Brittannië en Italië – Noord-Amerikaanse grijze eekhoorns opduiken. Deze eekhoornsoort verdringt de rode eekhoorn omdat ze tannines beter kan verteren en dus een voedselvoordeel heeft. Daarnaast kunnen grijze eekhoorns drager zijn van het parapoxvirus, waar ze zelf niet ziek van worden, maar dat ze kunnen overdragen op rode eekhoorns, die er meestal aan sterven. Ook veroorzaken ze serieuze schade aan bomen door het rondom afstrippen van de schors. Grijze eekhoorns kan je herkennen aan hun grijze kleur, maar omdat hun poten en flanken een beetje rood kunnen zijn, is het onderscheid met rode eekhoorns lang niet altijd eenvoudig. Andere kenmerken die hen van de rode eekhoorn onderscheiden, zijn de veel ratachtigere kop, het ontbreken van de oorpluimen en het veel hogere gewicht (500-600 g tegenover 300-350 g bij de rode eekhoorn). De dekharen zijn, op microscopische schaal, soortspecifiek: grijze eekhoorns hebben geen groeve over de lengte van het haar, rode eekhoorns wel. De Noord-Amerikaanse grijze eekhoorn staat ook preventief in de wet vermeld: hij mag niet gehouden, gekweekt, vervoerd of verhandeld worden. Tot nu toe zijn er gelukkig nog geen zekere waarnemingen van deze soort in Vlaanderen.

In Vlaanderen komen ook Aziatische grondeekhoorns voor. Die zijn veel kleiner (100-120 g) en hun pels is bruin met 5 zwarte lengtestrepen op de rug. De grootste populatie van deze grondeekhoorns bevindt zich in het Zoniënwoud in Brussel. Tot voor kort beperkten de dieren zich tot de bossen binnen de ring, maar nu zijn ze ook de ring overgestoken en probeert de overheid ze hier weer te verwijderen om verdere uitbreiding te voorkomen. Voor de rest zijn er nog een paar kleine populaties en individuele dieren (ontsnapte of vrijgelaten huisdieren) die in gans Vlaanderen opduiken. Deze grondeekhoorns benadelen inheemse soorten (vogels, zoogdieren) omdat ze in hoge dichtheden kunnen voorkomen en veel voedsel verzamelen (o.a. voor hun wintervoorraad). Zo zijn ze – zeker in jaren met weinig zaden – voedselconcurrenten voor onze inheemse zaadeters. Vreemd genoeg staan deze grondeekhoorns nog steeds op de lijst van zoogdieren die je mag houden als huisdier...

De controle op de diersoorten die in Vlaanderen ingevoerd worden, is nog steeds onvoldoende. De vreemdste soorten blijven opduiken. In 2005 ontdekte men in een park in Dadizele een populatie Pallas eekhoorns. De dieren waren hier reeds een tweetal jaar aanwezig, maar kwamen pas in de kijker toen ze serieuze schade aan bomen en kabels begonnen te veroorzaken. De overheid heeft ze ondertussen vermoedelijk allemaal weggevangen. Ook in Noord-Limburg en aangrenzend in de omgeving van het Nederlandse Weert is de soort reeds opgedoken.

Waar kan ik eekhoorns gemakkelijk observeren?

Wil je eens een eekhoorn van dichtbij zien of er fotootjes van maken, dan is een goede plaats hiervoor het Woluwepark in Oudergem (Brussel). Ze krijgen hier voedsel aangeboden op een voederplank naast het boswachtershuisje en eten ook van de mezenbollen.